Stephan werd geboren in Paramaribo, Suriname en besloot op 17-jarige leeftijd tot de doop. Vanaf dat moment was het duidelijk dat God een missie had voor Stephan, ook nadat hij naar Nederland verhuisde. Hij bezocht eerst de gemeente Groningen, later Zwolle en sinds 1980 was hij ook trouw bezoeker van de gemeente Rotterdam-Noord. Hij was er minstens één keer per maand en nam deel aan alle bijzondere activiteiten.
Actief
Stephan geloofde dat je veel kunt bereiken als jij je ten volle geeft en je door niets of niemand laat ontmoedigen. Vroeg naar bed, vroeg op, een gezonde levensstijl, er zijn voor de ander en vooral doen wat God van je vraagt, voegt heel veel waarde toe aan het leven. Hij was een actief kerklid en had zijn Bijbel altijd bij zich, ook op het werk. Altijd wist Stephan een passende tekst te citeren.
Stephan moedigde anderen aan om er het beste van te maken
Stephan wachtte niet tot de gemeente wat voor hem deed, maar keek wat hij zelf kon doen. Hij was medeoprichter van de groep de Brotherhood of Men in de gemeente Rotterdam-Noord en leverde werkte ook mee aan diverse programma’s daar. Hij vond het belangrijk dat alle groepen binnen de gemeente, de jeugd, singles, jong volwassenen en het gezin, maar belichtte ook zaken zoals opvoeding, maatschappij en de alertheid voor de tijd waarin wij leven. Als voorzitter van de stichting CHANGE-ID zette hij zich onvermoeid in voor sociaal-maatschappelijke projecten in Suriname.
Inspiratie
Er waren ruim vierhonderd mensen bij de rouwdienst van 9 januari. Kenneth Koffie, ging voor in de dienst, en noemde Stephan ‘Mi lobi brada’ -mijn geliefde broeder. Stephan moedigde anderen aan om er het beste van te maken. Ook de familie bracht naar voren dat hij een waar voorbeeld was. Hij stond bekend als degene die zijn hoop en inspiratie uit de Bijbel haalde.
Stephan hield ontzettend veel van zijn vrouw en kinderen. Shirley Buitenman-Uiterwerf, Devlin en Athalia zeiden: ‘Stephans geloof in de Schepper van hemel en aarde is ook op zijn ziekbed onwankelbaar geweest. Zijn vechtlust tegen de ziekte en positieve instelling daarbij zullen ons altijd bijblijven’
