Paul werd vlak voor de tweede wereldoorlog geboren in Tasikmalaya (West-Java, Indonesië). Zijn vader heeft in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) gezeten en daarom moest Paul met zijn familie zijn jonge jaren doorbrengen in een Japans oorlogskamp. Na de tijd in het oorlogskamp heeft hij ook de intense revolutie meegemaakt.
In januari 1965 kwam Paul naar Nederland en werd verwelkomt door een pak sneeuw en een stevige winter. Zijn ouders waren al in de stad Groningen, dus ging hij ook richting noorden. Dit waren, na de onrustige tijd in Indonesië, vooral goede jaren. In deze tijd werd hij gedoopt in de Adventkerk en ontmoette hij ook zijn vrouw, Frouktje. Uit hun huwelijk zijn twee kinderen voort gekomen: een zoon, Vincent, en een dochter, Chantal.
Hij had altijd een brede glimlach en een sympathieke houding
Paul had helaas vaak met zijn gezondheid te kampen. In zijn tijd in Indonesië had hij Hepatitis B opgelopen, een infectieziekte die vooral de lever aantast. 17 jaar geleden werd hem dat bijna fataal. Wonder boven wonder kon hij toen een succesvolle levertransplantatie ondergaan waardoor we nog even wat langer van zijn aanwezigheid konden genieten.
De gemeente Winschoten heeft hem leren kennen als een bijzonder sympathiek, vriendelijk en gevoelig mens en is dankbaar dat ze hem hebben mogen leren kennen. Zelfs als hij lange tijd door ziekte werd geveld kwam hij altijd in de kerk, met een brede glimlach en een sympathieke en optimistische houding tegenover iedereen. Paul keek uit naar een nieuwe aarde en een nieuwe hemel waar er geen ziekte meer zal zijn.
