Op 29 oktober overleed ds. Karel C. van Oossanen in zijn woonplaats Soest. Hij werd 93 jaar en overleefde zijn vrouw Stienie een vijftal jaren. Hij laat twee zoons en twee dochters met hun gezinnen achter.

Karel was zijn gehele leven nauw betrokken bij de Adventkerk. Hij werd geboren in een adventistisch predikantengezin en volgde in het voetspoor van zijn vader. Hij studeerde theologie en werd predikant in de Adventgemeente in Leiden. Na enige tijd werd hij vooral ingeschakeld bij het jeugdwerk, en na enige tijd werd hij de coördinator van het jeugdwerk in de Nederlandse Unie van Adventkerken. Zijn grote creativiteit bleek vooral uit hoe hij het landelijke scoutingwerk in de Adventkerk vormgaf.
In 1971 werd Karel van Oossanen gekozen tot voorzitter van de Adventkerk in Nederland. Die functie zou hij zestien jaar lang vervullen. Zonder enige twijfel was hij een van de meest competente en inspirerende leiders die de kerk ooit heeft gehad. Na deze lange bestuursperiode in Nederland werd hij gekozen tot algemeen secretaris van de kerk in de Trans-Europese Divisie, de organisatie die destijds het toezicht had op de werkzaamheden van de kerk in 37 landen, in en buiten Europa. Die functie bekleedde hij tot 1995. In de jaren daarna – ook toen hij al met emeritaat was – keerde hij terug naar pastoraal werk in enkele lokale gemeenten.
Karel sukkelde al geruime tijd met zijn gezondheid. De situatie werd moeilijker nadat hij vorig jaar zijn heup brak. Na een recente val binnenshuis verslechterde zijn conditie snel en overleed hij enkele dagen nadat hij naar een hospice was gebracht. Op 5 november vond de crematieplechtigheid plaats. Daaraan voorafgaand was er een bijeenkomst voor familie en enkele genodigden, waarbij naast zoon Jurgen en dochter Birgitte ook zwager ds. Ton Steens, en twee vrienden (ds. Bram van der Kamp en ds. Reinder Bruinsma) herinneringen aan Karel met de aanwezigen deelden. Zij beaamden elk op hun eigen manier de woorden die op de kaart stonden: Hij is van ons heengegaan ‘na een leven vol liefde, goedheid en hartelijkheid, en tot het laatst toe betrokken bij iedereen die hem dierbaar was.’ Karel van Oossanen stief in de overtuiging dat hij kon bouwen op de belofte van Jezus: ‘Ik ben het die de doden laat opstaan, ik ben het die leven geeft. Iedereen die in mij gelooft zal leven, ook als hij sterft’ (Joh. 11:25, BGT).